Met de opkomst van generatieve AI-toepassingen zoals ChatGPT en Dall-E is het mogelijk tekst, beeld en geluid te creëren met een druk op de knop. Daarmee heeft AI zich niet alleen in onze huiskamer, maar ook op onze werkplek genesteld. Ook in internationale context wordt de disruptieve kracht van AI ook ondervonden: afhankelijkheid van big tech-bedrijven uit de Verenigde Staten en China is in toenemende mate een risico voor onze soevereiniteit en economische veiligheid.

Een manier om de mate van soevereiniteit, controle en afhankelijkheden binnen het digitale domein in kaart te brengen, is via het model van de stack. De stack is in de meest simpele termen een manier van denken die technologie benadert als een verticaal gestapelde verzameling van lagen, van grondstoffen, tot chips en software. 

De VS en China hebben op elke laag van de stack een dominante positie. Daarmee lijkt Europa op dit moment voor een fundamentele keuze te staan: volledig afhankelijk worden van een stack naar Amerikaans of Chinees model, of een eigen stack proberen op te bouwen om zo afhankelijkheden te mitigeren. Wil Europa controle hebben over haar eigen digitale toekomst, met bijpassende politieke belangen en waarden, dat lijkt dat laatste een noodzaak. Het is daarbij de vraag welke rol Nederland kan vervullen. De AWTI gaat daarom in op de vraag: Hoe kan het Nederlandse WTI-ecosysteem bijdragen aan de AI-laag in een soevereine Europese stack? 

De AWTI gaat daarbij niet alleen in op welke technologische componenten een AI-infrastructuur moeten uitmaken. Het advies zal ook ingaan op aan welke maatschappelijke criteria deze infrastructuur moet voldoen. Wie heeft bijvoorbeeld zeggenschap over deze infrastructuur? Hoe gaan we om met vraagstukken rondom energie en schaarste? En welke maatschappelijke doelen moet deze infrastructuur dienen? 

Verwachte publicatiedatum
Eind 2026