Verslag AWTI-symposium: Rijk aan kennis

Verslag van het AWTI-symposium op 17 juni 2021 in het Muntgebouw in Utrecht. Verslaglegging: Anne Nelissen.

Kennis en expertise zijn onderbenut in het overheidsbeleid, zo laat het recente AWTI-advies Rijk aan kennis zien. En dat terwijl Nederland een kennisrijk land is. De Nederlandse wetenschap behoort tot de wereldtop en ook op het gebied van technologie en innovatie bezit Nederland veel expertise. Welke stappen kunnen de regering en het parlement zetten op weg naar een betere inbedding van kennisbenutting in beleidsprocessen?

Deze vraag stond centraal in het AWTI-symposium dat dit jaar hybride plaatsvond. Alle sprekers waren aanwezig in het Muntgebouw in Utrecht. Vanuit dit prachtige gebouw werd de livestream uitgezonden naar alle kantoren, huiskamers en tuinen van ruim 160 deelnemers.

Met een ‘welkom iedereen!’ opende Marijke Roskam, dagvoorzitter, het symposium. Sjoukje Heimovaara, vicevoorzitter van de AWTI, introduceerde het thema en benadrukte het belang van goede kennisbenutting in beleid. En de belangrijkste punten en aanbevelingen uit het advies ‘Rijk aan kennis’ kwamen langs in een korte animatie.

Daarna schoof AWTI-raadslid Roshan Cools aan en vatte de belangrijkste aanbevelingen treffend samen: Inhoudelijke experts moeten gekoesterd worden en daar hoort bij: minder snelle roulatie van zowel beleidsmedewerkers als topambtenaren. Verrijk daarnaast de kennisbasis met interne tegendenkkracht. Een rijkslab kan helpen bij een gestructureerde aanpak voor het overbruggen van kennis en beleid. Ten slotte moet er een steviger expertisecentrum komen voor de Tweede Kamer.

Beeld: Paul Voorham

In vier boeiende rondetafelgesprekken werd het thema verder uitgediept. In het eerste gesprek gingen de sprekers samen op zoek naar de knelpunten en oorzaken van kennisonderbenutting in beleid. Vervolgens werd er gesproken over kennisbenutting in het parlement en hoe dit verbeterd kan worden. In het derde gesprek werd er gekeken naar welke verbeteringen al plaatsvinden. Als laatste werd de rol van ontwerp besproken in relatie tot de structurele inbedding van kennis.

Deze informatieve discussies werden afgewisseld met creatieve beeldverslagen van Jochem Galama. Al tekenend wist hij de discussies te vatten in prachtige beelden.

Beeld: Paul Voorham

1e Rondetafelgesprek: Wat gaat er binnen de overheid mis en waarom? Waar zit de pijn en bij wie?

Marijke Roskam sprak met Franka van Alphen, kennismanager bij Rijkswaterstaat, Cor-Jan Jager, programmamanager ICT kennis en kunde bij het ministerie van BZK, en Thomas Dirkmaat, coördinator van het Behavioural Insights Netwerk (en werkzaam bij het ministerie van EZK).

Alle drie onderschreven het belang van goede kennisbenutting in beleid. Franka van Alphen merkte op dat het proces-denken dominant is geworden in organisaties. Cor-Jan Jager herkent dit. Er is te weinig aandacht en tijd voor de inhoud. Hij ziet hierin een samenhang met het loopbaanbeleid gericht op snelle roulatie. Franka van Alphen ziet medewerkers met een hart voor de inhoud tegen barrières aanlopen in hun carrière. Er zijn te weinig mogelijkheden om carrière te maken als kennismedewerker.

Zowel Franka van Alphen als Thomas Dirkmaat stelden dat er te weinig waardering is voor vakkennis en voor de lange termijn. De snelle roulatie van medewerkers en het procesmatige denken helpt hierbij niet. Overheidsorganisaties zouden er naar moeten streven om medewerkers die veel kennis bezitten langer vast te houden. Cor-Jan Jager noemde dat de overheid te veel kennis haalt van buiten, van experts die niet bij de overheid werken. Deze kennis beklijft niet en verlaat de organisatie weer als de opdracht voltooid is.

Wat te doen om de situatie te verbeteren? Thomas Dirkmaat stelde dat er een gedragsverandering nodig is in de organisaties. Ook moet de overheid investeren in een goede organisatie van kennis.

Conclusie? Het is in elk geval belangrijk dat we ons bewust zijn van het probleem en het blijven benoemen. Franka van Alphen: ‘laten we ons  hard maken voor kennis!’

Beeld: Paul Voorham

2e Rondetafelgesprek: De Tweede Kamer ervaart een gebrek aan kennis. Hoe lossen we dat op?

Drie nieuwe sprekers schoven aan: Eppo Bruins, voormalig lid van de Tweede Kamer, Corien Prins, voorzitter van de WRR, en Hugo van Bergen, coördinator parlement en wetenschap van TNO, NWO, de VSNU, de NFU, de Jonge Akademia en de KNAW.

Eppo Bruins noemde dat een gebrek aan kennis samengaat met een overvloed aan informatie. Het is onmogelijk om als kamerlid alle beschikbare kennis tot je te nemen. De Tweede Kamer is een enorm geletterde wereld. Er worden veel geschreven documenten aangeleverd en maar weinig gebruik gemaakt van grafieken, factsheets en diagrammen.

Hugo van Bergen ziet mogelijkheden voor verbetering in de ondersteuning van de Kamer. Er is een enorme disbalans tussen de ondersteuning van de ministers en staatsecretaris aan de ene kant en de Kamerleden aan de andere kant. Hugo van Bergen benadrukte het nut van een expertisecentrum dat in het AWTI-advies genoemd wordt. Eppo Bruins voegde toe dat beleidsmedewerkers inderdaad de tijd moeten krijgen om inhoudelijk een onderwerp in te duiken.

Eppo Bruins gaf aan dat kennis van een dossier uiterst belangrijk is voor het stellen van de goede vragen. Als kamerlid moet je weten wat je moet weten, zodat je weet wat je moet vragen. Corien Prins haakte hierop aan en stelde dat goede kennis van een onderwerp voor moet gaan op de politieke discussies. Hugo van Bergen is het hier volledig mee eens. Eppo Bruins voegde toe dat partijen vooral ook vertegenwoordigers met kennis en expertise na moeten streven.

Corien Prins noemde dat het niet makkelijk is om wetenschap naar beleid te vertalen. Ze ziet hierin een rol voor het college van bestuur van de verschillende universiteiten. Juist ontwikkelingen aan de voorkant moeten op het politieke vizier komen, spannende maar juist ook stoffige onderwerpen. Eppo Bruins is het hier volledig mee eens. Hij stelde dat Kamerleden ook onderwerpen moeten oppakken waarmee ze niet direct op de voorkant van een krant terecht komen.

Beeld: Paul Voorham

3e Rondetafelgesprek: Welke verbeteringen voeren organisaties al door?

Jeroen Kerseboom, hoofd Dienst Analyse en Onderzoek bij de Tweede Kamer, Franka van Alphen, Cor-Jan Jager en Thomas Dirkmaat schoven aan voor het derde rondetafelgesprek.

Jeroen Kerseboom noemde dat hij het erg belangrijk vindt inhoudelijke experts te koesteren. Momenteel kunnen medewerkers die zich inhoudelijk sterk ontwikkelen niet goed genoeg doorgroeien. Thomas Dirkmaat is het er mee eens dat mensen die ruimte meer moeten krijgen.

Franka van Alphen en Cor-Jan Jager stipten aan dat hiervoor de randvoorwaarden voor functieprofielen herzien moeten worden. Voor leidinggevenden ligt hier de taak om kenniswerk hoger te gaan waarderen.

Cor-Jan Jager gaf aan dat informatiehuishouding van belang is. Thomas Dirkmaat voegde hier aan toe dat het belangrijk is goed in contact te blijven staan met de ontwikkelingen in de wetenschap. Vakkennis moet bijgehouden worden.

Jeroen Kerseboom noemde dat het interessant kan zijn om mensen vanuit verschillende departementen samen te laten komen in een rijkslab. Daar moet het dan over kennis gaan, los van de politiek. De kennisagenda’s die nu al opgesteld worden, dragen ook bij inhoudelijke versterking van de Kamer.

Jeroen Kerseboom ziet daarnaast nut in meer flexibiliteit in het contact tussen de ambtenaren en Kamerleden. Daarnaast deed hij twee concrete aanbevelingen: informatie moet korter weergegeven worden en publicaties binnen het parlement moeten vaker openbaar worden gemaakt.

Franka van Alphen voegde tenslotte toe dat naast rationele kennis, ervaring en gevoel ook effectieve manieren kunnen zijn om iets op de agenda te zetten bij politici. Jeroen Kerseboom gaf hierbij het voorbeeld van de grote invloed van werkbezoeken van de parlementariërs.

Beeld: Paul Voorham

4e Rondetafelgesprek: Het belang van structurele inbedding van kennis en de rol van ontwerp

Christiaan van den Berg, programmamanager technologieadaptatie bij het ministerie van JenV, Marleen Stikker, directeur Waag en tevens AWTI-raadslid, en Jasper van Kuijk, universitair hoofddocent gebruiksgerichte innovatie bij de TU Delft en columnist voor de Volkskrant, namen deel aan het laatste rondetafelgesprek.

Jasper van Kuijk noemde de problemen bij het briefstemmen als een perfecte illustratie van waar het nu mis gaat. Als een ontwerper bij dit proces was betrokken zou zijn geweest, was dit volledig anders vormgegeven. Daartegenover is de CoronaMelder app weer een heel goed voorbeeld van wat voor een rol ontwerp kan spelen in het overheidsbeleid. Marleen Stikker voegde toe dat de ontwikkeling van deze app een publiek openlijk proces is geworden.

Marleen Stikker benadrukte dat niet alle kennis de vorm van een document hoeft aan te nemen. Wetenschap kan ook een protocol ontwerpen. Ontwerp kan hierin een bijdrage leveren bovenop de ‘papieren werkelijkheid’.

De sprekers aan tafel zijn positief over het idee van een rijkslab. Marleen Stikker noemde dat hierin de stap tussen beleid en kennis gemaakt kan worden. In een rijkslab kan je kijken of iets daadwerkelijk werkt. Christiaan van den Berg sloot zich hierbij aan. De overheid moet voorkomen verrast te worden door de werkelijkheid en achter de feiten aan te lopen.

Christiaan van den Berg noemde dat we er steeds meer achter komen dat onderwerpen dwars door alle departementen heen lopen. Hierin moeten we nieuwe organisatievormen vinden.

Jasper van Kuijk stelde dat de overheid het allergrootste ontwerpbureau van Nederland is maar nog moet leren ontwerpen. Waarom neemt de overheid geen ontwerpers aan? Ontwerpen kan helpen bij het omgaan met en integreren van kennis. Vooral het definiëren van het probleem en het doorlopen van verschillende oplossingen zijn stappen die nu vaak niet goed doorlopen worden en waar ontwerp aan bij zou kunnen dragen. Hierin moet de overheid structureel te werk gaan.

Marleen Stikker noemde dat de samenleving ook een belangrijke rol kan spelen in het ontwerpen. Open research is hiervoor een voorwaarde. In de samenleving zit veel bruikbare kennis. We hebben de neiging om abstracte kennis hoger in te schatten dan praktische kennis, maar experts van het leven zijn net zo essentieel.

Beeld: Paul Voorham

Na al deze boeiende gesprekken, sloot Sjoukje Heimovaara de middag af. Zoals er naast de populariteit van fastfood ook steeds meer aandacht komt voor smaak, gezonde voeding en slow cooking, zo ook verschuift de interesse van fast quotes naar slow beleid. Marijke Roskam bedankte alle sprekers en benadrukte dat alle deelnemers en sprekers de verschilmakers kunnen zijn op weg naar een rijk aan kennis.

Beeld: Paul Voorham