Verwevenheid van onderzoek en hoger onderwijs

In het hoger onderwijs zijn onderwijs en onderzoek van oudsher met elkaar verweven. Dit is belangrijk voor studenten, docenten en wetenschappers. Maar de koppeling staat onder druk en is aan vernieuwing toe. Dat schrijft de AWTI in zijn advies ‘Verwevenheid van onderzoek en hoger onderwijs’, dat op vrijdag 26 juni 2015 is verzonden aan minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en aan minister Kamp van Economische Zaken.

Instellingen zijn aan zet

“De instellingen zijn aan zet om de relatie tussen onderwijs en onderzoek productiever te maken”, aldus Uri Rosenthal, voorzitter van de Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie (AWTI). “De waardering voor onderwijs moet beter met die voor onderzoek in balans worden gebracht. De overheid moet dit bevorderen.”

De AWTI spoort de rijksoverheid aan universiteiten en hogescholen te verzoeken per opleiding te specificeren wat onderzoek bijdraagt aan onderwijs. “Ook de aparte beoordelingstrajecten voor onderzoek en onderwijs (visitatie en accreditatie) kunnen dichter bij elkaar worden gebracht”, aldus Luc Soete, raadslid van de AWTI en leider van het projectteam. 

Uit balans

Onderzoek en onderwijs zijn uit balans geraakt. Oorzaken zijn de hoge werkdruk op universiteiten en hogescholen, de financiële noodzaak om studenten snel door hun studie te leiden, en het feit dat een universitaire carrière vooral afhangt van onderzoeksprestaties.

Universiteiten belonen onderwijs primair naar kwantiteit en onderzoek naar kwaliteit. Dit stimuleert wetenschappers zich op onderzoek te concentreren en zo efficiënt mogelijk met onderwijstaken om te gaan. Vaak delegeren ze deze aan medewerkers die alleen onderwijstaken vervullen. Dit komt de kruisbestuiving van onderwijs en onderzoek niet ten goede.

Universiteiten

De AWTI vindt dat universiteiten meer dan nu moeten sturen op onderwijskwaliteit en wetenschappelijke medewerkers meer moeten belonen voor goed onderwijs. Dat kan met inzet van middelen die vrijvallen bij de invoering van het studievoorschot.

Ook zouden zij moeten differentiëren in de manier waarop onderzoek aan bod komt en dit moeten laten afhangen van het type opleiding. Elke student heeft namelijk onderzoeksvaardigheden nodig, maar lang niet iedere student wordt onderzoeker.

Hogescholen

Op hogescholen staat het onderzoek nog in de kinderschoenen. Om het onderwijs substantieel van onderzoek te laten profiteren, is een stevige impuls nodig. De AWTI is van mening dat hogescholen hun docenten meer tijd en gelegenheid moeten bieden voor betrokkenheid bij onderzoek. Voor docenten is meer gelegenheid tot bijscholing in onderzoeksvaardigheden nodig. Daarnaast is het gewenst het aantal lectoraten uit te breiden.