Advies: WTI-Diplomatie - Offensief voor internationalisering van wetenschap, technologie en innovatie

Nederland loopt achter op buurlanden bij de inzet van diplomatie voor internationalisering van wetenschap, technologie en innovatie (WTI-diplomatie). Dat is slecht voor de concurrentiepositie van Nederland. We dreigen hierdoor de internationale strijd om talent te verliezen, terwijl R&D steeds meer naar het buitenland zal verschuiven. De AWTI pleit dan ook voor een heldere strategie en meer middelen voor WTI-diplomatie in zijn advies ‘WTI-diplomatie. Offensief voor de internationalisering van wetenschap, technologie en innovatie’, dat vandaag is aangeboden aan de ministers van EZ, OCW en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Voor dit advies heeft de AWTI onderzocht wat met Nederland vergelijkbare landen doen aan WTI-diplomatie, onder meer via achtergrondstudies naar het aantrekken van R&D-investeringen uit het buitenland en een landenstudie naar WTI-Diplomatie in het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland.

Deze twee landen besteden net als Duitsland per inwoner ruim twee keer zoveel als Nederland aan WTI-diplomatie. Bovendien werken ze met duidelijke doelstellingen, meerjarenplannen en een ruim beleidsinstrumentarium. “Pakt Nederland deze internationale handschoen nu niet op dan gaan we onderuit”, aldus AWTI-voorzitter Uri Rosenthal.

“Nederland mist nationale regie en strategie”, aldus AWTI-lid Martin Schuurmans. “Ook zijn het budget en instrumentarium te beperkt. Voor WTI is de wereld het speelveld. Nederland is een sterk kennis- en innovatieland. Het wordt tijd dat Nederland door een goede branding zich internationaal ook zo positioneert en daarnaar handelt door een versterking van de Nederlandse WTI-diplomatie.”